Verantwoordelijkheid college van burgemeester en wethouders
De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het college van burgemeester en wethouders toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd. Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met door de raad vastgestelde kaders zoals de begroting en gemeentelijke verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door de raad op vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht.
Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door de raad bepaald en bedraagt 1% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op € 1.039.534.
Bevinding
Het college is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens.
De geconstateerde afwijkingen betreffen:
Afwijkingen voorwaardencriterium:
PQR BV
De onrechtmatigheid voor 2022 betreft € 63.505.
Afzonderlijke opdrachten zitten onder deze grens. Het totaal over vier jaren (€ 872.517) overschrijdt de Europese aanbestedingsgrens. In overleg met de accountant wordt deze onrechtmatigheid, ondanks het bedrag onder de rapporteringstolerantie blijft, volledigheidshalve opgenomen en heeft geen effect op het eindoordeel.
Prestatielevering c.q. nazorg uitvoering Jeugdwet en WMO.
De onzekerheid over 2022 betreft € 250.000 voor zowel de Jeugdwet (€ 150.000)
als WMO (€ 100.000). Zorgaanbieders geven jaarlijks een productieverklaring af. Daar waar geen accountantsverklaring over een productieverklaring noodzakelijk is en of een bestuursverklaring volstaat, kan de organisatie nog onvoldoende de geleverde prestaties aantonen. In overleg met de accountant wordt deze onzekerheid opgenomen in de proef rechtmatigheidsverklaring. Het nazorgproces om prestatielevering ook aan te tonen (belrondes) bij zorgaanbieders die geen accountantsverslag hoeven te overleggen wordt in 2023 verder vormgegeven.
Afwijking begrotingscriterium:
Stichting Herdenkingsmonument Militairen
De onrechtmatigheid over 2022 betreft € 5.000.
Begroot was € 2.000.
Een begrotingswijziging is niet opgenomen in de raadsrapportage. Gezien het belang wat gemeente Leudal hecht aan de uitvoering van deze stichting is het bestuur akkoord gegaan met een toekenning van € 7000. ondanks het feit dat er geen begrotingswijziging is opgenomen. Controle vereist op het vastleggen van concrete afwijkingen tussen begroting en realisatie toegekende/ vastgestelde subsidies.
In de paragraaf bedrijfsvoering is op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV en op basis van de afspraken met de raad aanvullende informatie opgenomen over de financiële rechtmatigheid. In deze paragraaf heeft het college ook beschreven welke actie hij onderneemt om vermelde afwijkingen in de toekomst te voorkomen.
Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium wordt nader uitgewerkt in het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO). Hierin wordt gesteld dat begrotingsoverschrijdingen in principe altijd onrechtmatig zijn, maar dat deze niet altijd meegenomen dienen te worden in het oordeel van de accountant. Dit geldt bijvoorbeeld voor de overschrijdingen die passen binnen het bestaand beleid, kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door direct eraan gerelateerde opbrengsten en overschrijdingen bij openeinderegelingen.
Het saldo van de begrote en gerealiseerde baten en lasten sluit met een positief resultaat van € 8.576.000. Het saldo van de begrote en gerealiseerde mutaties in de reserve sluit met een negatief resultaat van
€ 1.309.000. Hierdoor sluit de jaarrekening begroot- gerealiseerd per saldo positief met € 7.268.000.
Voor een toelichting op de afwijkingen op de baten en lasten wordt verwezen naar de financiële hoofdlijn.
In 2022 is per saldo € 3.829.000 meer aan de reserves toegevoegd en € 314.000 meer onttrokken dan in de bijgestelde raming is opgenomen (2e raadsrapportage 2022).
Een analyse op de begrotingsrechtmatigheid is uitgevoerd waarbij de gecontroleerd is of de realisatie de lasten overtreft.
Conclusie rechtmatigheid begrotingscriterium
Kijkend naar de lastenoverschrijdingen per programma, merken we op dat binnen programma 2 – leefomgeving sprake is van een begrotingsoverschrijding.
De gerealiseerde lasten bedragen € 25.250.000 tegenover geraamde lasten € 24.168.000.
Dit verschil is onder andere te verklaren door:
- De kosten voor energiekosten van panden in de verkoop zijn € 65.000 hoger dan geraamd
- De grondexploitatie bedrijventerreinen heeft een saldo van € 1.325.340 aan de lastenzijde
Geconcludeerd kan worden dat er geen sprake is van onrechtmatige uitgaven omdat deze passen binnen het door de gemeenteraad geformuleerde beleid. De geconstateerde afwijking zal derhalve geen invloed hebben op het oordeel van de accountant.
Conclusie rechtmatigheid Reserves, Algemene dekkingsmiddelen en Overhead
Reserves
Bij de 2e raadsrapportage is ingestemd met de vorming van een gecommitteerde reserve. De hoogte hiervan wordt bij de jaarstukken bepaald op basis van de realisatie van de exploitatiebudgetten. De onderschrijding op deze posten staat gelijk aan de storting voor de gecommitteerde reserve. Derhalve worden deze in beginsel niet begroot. Voor de gecommitteerde reserve is het volgende gestort:
Programma 1 € 244.727
Programma 2 € 739.224
Programma 3 € 247.252
Programma 4 € 562.168
Programma 5 € 21.001
Overhead € 103.719
Algemene dekkingsmiddelen
Dit betreft onder andere € 862.781 naar aanleiding van de decembercirculaire (besluit in februari 2023). Tevens een verlaging inzake storting meeropbrengst toeristenbelasting 2020 (voorgaande jaren) van € 4.875.
Daarnaast is er conform afspraak met gemeenteraad € 100.000 gestort inzake meeropbrengst toeristenbelasting 2022.
Overhead
Voor de middelen die niet zijn benut ten aanzien van de personele budgetten is een bedrag van € 769.678 gestort in de reserve bedrijfsvoering. Dit is conform de werkwijze van de voorgaande jaren en de daarbij gemaakt afspraken.
De genoemde mutaties zorgen niet voor een onrechtmatige storting in de reserve.